College van B&W der Gemeente Amersfoort

T.a.v. de Burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper

Amersfoort, 20 augustus 2004.

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 Op grond van artikel 37 reglement van orde voor de raad, willen wij graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

Het parkeerbeleid is steeds meer inwoners van de Binnenstad een doorn in het oog.
Niet alleen voor particulieren is de gang van zaken onverteerbaar, dat geldt ook voor bedrijven.
Particulieren hebben in de afgelopen tijd het aantal beschikbare plaatsen drastisch zien dalen, terwijl toegezegde alternatieven uitblijven. Bovendien wordt er met grote laksheid gewerkt als het gaat om de beschikbaarheid van plaatsen. Twee fraaie voorbeelden daarvan betreffen een inmiddels vrijwel tot autowrak verworden Mercedes op de hoek van Achter Davidshof en Westsingel en de stagnerende bouw op de Valkestraat.
De eerste staat al meer dan twee maanden op inmiddels vrijwel leeggelopen banden op een plek die graag zou worden ingenomen door een andere binnenstadbewoner of bezoeker. In het tweede geval hebben bewoners uiteindelijk zelf maar weer de hekken voor de bouwplaats teruggezet, zodat er weer geparkeerd kon worden (terwijl er nog steeds een plek door het ongelukkig geplaatste hekwerk wordt geblokkeerd).
Het bedrijfsleven is nauwelijks meer in staat zelf (op redelijke afstand) te parkeren, moet steeds grotere afstanden afleggen en ziet door het parkeerbeleid de klandizie drastisch teruglopen.

1. Is het College het met ons eens dat een actief en alert parkeerbeleid in de Binnenstad iets anders is dan het simpel beperken van de parkeermogelijkheden?
2. Kan het College aangeven waarom ze het zover laat komen dat bewoners zelf het heft in handen nemen om bestaande parkeerplaatsen te kunnen (her-)gebruiken?
3. Kunt u uitleggen waarom de beloofde alternatieven in de vorm van goedkopere (bezoekers- en bewoners)tarieven in de parkeergarages voor binnenstadbewoners uitblijven?
4. Is het College zich bewust dat het bedrijfsleven in de Binnenstad, naast het toch al falende (economische) binnenstadmanagement, grote nadelen ondervindt van de parkeerproblematiek?
5. Is het College zich bewust dat een goede voorbeeldwerking en het ‘meedenken’ met de binnenstadsbewoners in hun dagelijkse zoektocht naar een enigszins veilige parkeerplaats de acceptatie van (andere) beleidsmaatregelen bevordert c.q. het ‘meedenken’ met de lokale overheid door de binnenstadbewoners positief zal bevorderen? Zo ja, hoe denkt het College de geschetste dwalingen ten spoedigste ten goede te laten keren?
6. Waarom wordt er niet actief gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot wegslepen als een auto duidelijk al weken solliciteert naar de status van autowrak?

Het uitblijven van een gezond financieel-economisch beleid m.b.t. de binnenstad hoeft o.i. niet te betekenen dat bewoners en bedrijfsleven ook op het gebied van parkeren de dupe moeten blijven. Wij zien dan ook uw prompte schriftelijke antwoorden met belangstelling tegemoet.

Namens de fracties van BPA en Amersfoort.cc.

Gerard van Vliet

________________________________________________________________________

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 25 augustus 2004).

________________________________________________________________________

1. Ja. Het College is van mening dat een actief en alert parkeerbeleid wordt gevormd door de weloverwogen inzet van een veelheid aan uiteenlopende beleidsinstrumenten. Het op een specifieke locatie bewust beperken van het aanbod aan maaiveldparkeerplaatsen kan een van deze instrumenten zijn.
2. In de door u genoemde situatie is geen sprake geweest van officiële parkeerplaatsen. De plaats waar op dit moment auto’s worden geparkeerd, is bestemd voor woningbouw. Het College wil met haar parkeerbeleid zeker niet beogen dat bewoners op eigen initiatief niet officiële parkeerplaatsen in de openbare ruimten creëren.
3. Het College heeft nimmer de door u gestelde toezegging gedaan. Wel is het momenteel zo dat het parkeertarief in de gemeentelijke parkeergarages lager ligt dan het parkeertarief op het maaiveld in de binnenstad.
4. Gezien de huidige economische ontwikkelingen, zijn het moeilijke tijden voor diverse ondernemers in de binnenstad. De situatie in de Amersfoortse binnenstad is wat dat betreft niet anders dan in andere steden. Het College heeft niet de indruk dat de gestelde parkeerproblematiek als een zwaardere belasting dan elders wordt ondervonden door de ondernemers.
5. Het College is van mening dat voor het verkrijgen van voldoende draagvlak voor maatregelen op het gebied van parkeren, het noodzakelijk is om bij de voorbereiding en ontwikkeling van deze maatregelen intensief overleg te voeren met binnenstadbewoners en andere belanghebbendengroepen.
6. Aangezien het betreffende voertuig voorzien is van een geldige parkeervergunning en er naar de mening van de handhavers geen sprake is van een verkeersonveilige situatie of een onbruikbaar voertuig, is het niet mogelijk om het betreffende voertuig op grond van de gemeentelijke wegsleepverordening, te verwijderen van zijn huidige plaats.